Een egel in de tuin is een leuk gezicht. Met zijn stekelige rug, schattige snuit en rustige gedrag is hij een graag geziene gast. Toch krijgt de egel het steeds moeilijker. Door druk verkeer, afgesloten tuinen en het verdwijnen van natuurlijke plekken wordt het lastig om te overleven. Als je een tuin hebt, kun je veel doen om deze nachtdieren te helpen. Je maakt er niet alleen een fijne plek voor de egel, maar ook voor andere dieren. Egels helpen op hun beurt weer mee door slakken en insecten op te eten. Zo houd je je tuin op een natuurlijke manier in balans.
Waarom de egel jouw hulp goed kan gebruiken
Egels leven graag in rustige, groene omgeving. Ze zoeken plekken waar ze kunnen schuilen en genoeg eten vinden. Vroeger vonden ze die plekken in bossen, heggen en ruige bermen. Nu verdwijnen die steeds vaker. In veel tuinen zijn er geen gaten meer in de schuttingen, ligt alles vol tegels of wordt alles strak aangeharkt. Daardoor hebben egels moeite met het vinden van voedsel en schuilplaatsen.
Ook verkeer is een groot probleem. Egels steken vaak wegen over, vooral in de schemering. Ze kunnen niet goed zien en horen het verkeer slecht. Daarom worden ze snel aangereden. Als tuinen open zijn voor egels, hoeven ze minder ver te lopen. Dat verkleint de kans op ongelukken. Door je tuin egel vriendelijk te maken, geef je deze dieren een grotere kans om te overleven.
Hoe je tuin eruit moet zien voor een egel
Een goede egelvriendelijke tuin is groen, rommelig en open. Dat klinkt misschien vreemd, maar egels houden van plekken waar ze zich kunnen verstoppen. Een hoop bladeren, wat takken of een oude boomstronk zijn ideaal. Daar kunnen ze slapen of schuilen voor regen en kou. Ook een haag of een dichte struik biedt bescherming.
Zorg ervoor dat je tuin bereikbaar is. Een klein gat onder in de schutting of een opening in de heg is al genoeg. Egels leggen soms kilometers per nacht af. Ze moeten dus van tuin naar tuin kunnen lopen. Een dichte schutting houdt ze tegen. Maak een doorgang van ongeveer vijftien centimeter breed. Dan kan een egel er makkelijk doorheen.
Vermijd het gebruik van chemische middelen zoals slakkenkorrels of onkruidverdelgers. Die zijn giftig voor egels en hun voedsel. Gebruik liever natuurlijke manieren om slakken te bestrijden. Een egeltje in de tuin helpt daar trouwens ook al goed bij.
Wat eet een egel en hoe kun je hem helpen met eten
Egels zijn insecteneters. Ze houden van kevers, larven, wormen en slakken. In een tuin waar veel leven is, vinden ze genoeg voedsel. Toch is het soms goed om een handje te helpen. Zeker in droge zomers of als ze zich voorbereiden op de winterslaap, kunnen ze extra eten gebruiken.
Je kunt egels bijvoeren met speciaal egelvoer. Dat is te koop in dierenwinkels. Ook kattenbrokjes zijn geschikt. Geef geen melk, want daar kunnen ze ziek van worden. Water is wel belangrijk. Zet een lage schaal neer waar ze makkelijk bij kunnen. Let erop dat het bakje niet te diep is en dat ze er niet in kunnen verdrinken.
Leg het voer op een vaste plek, liefst onder een afdakje of in een hoek waar het droog blijft. Zo weten egels waar ze terechtkunnen. Voer altijd ’s avonds, want egels zijn nachtdieren. Laat nooit te veel eten liggen, dat trekt andere dieren aan zoals ratten.
Een veilige slaapplaats voor dag en nacht
Egels slapen overdag en worden actief als het begint te schemeren. Ze houden van rustige, donkere plekken. Een egelhuis is een goede manier om ze een fijne plek te geven. Je kunt zo’n huis kopen of zelf maken van hout. Zet het op een beschutte plek, bijvoorbeeld onder een struik of tussen bladeren.
In de winter houden egels een lange winterslaap. Ze zoeken dan een goed geïsoleerde plek waar ze niet gestoord worden. Laat in het najaar wat bladeren liggen. Dat helpt om het huis warm te houden. Zet het egelhuis niet in de volle zon of op een plek waar veel wind is.
Stoort een egel niet als hij slaapt. Til het huis niet op en kijk er niet in. De egel vertrouwt op zijn veilige plek en raakt gestrest van verstoring. Ook honden en katten kunnen een probleem vormen. Zorg dat het huisje goed afgesloten is aan de achterkant, zodat alleen een egel erin past.
Tips voor als je een egel in nood vindt
Soms kom je een egel tegen die hulp nodig heeft. Een zieke of gewonde egel herken je aan vreemd gedrag. Hij loopt bijvoorbeeld overdag rond, rolt zich niet op als je in de buurt komt of ligt stil op de grond. Een gezonde egel rent weg als je in de buurt komt en is vooral ’s nachts actief.
Als je denkt dat een egel hulp nodig heeft, neem dan contact op met een egelopvang in de buurt. Zij weten precies wat ze moeten doen. Pak een zieke egel voorzichtig op met handschoenen of een handdoek. Leg hem in een doos met luchtgaatjes en een handdoek erin. Geef geen eten of drinken zonder overleg.
Laat jonge egels met rust als ze actief zijn en gezond lijken. Ze zijn vaak op pad om eten te zoeken. Alleen als ze heel klein zijn en zonder moeder, is hulp nodig. Wees dus voorzichtig en kijk altijd eerst goed.
